SV | Maar als zij aan het leger van Israel kwamen, maakten zich de Israelieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in [het land], slaande ook de Moabieten. |
WLC | וַיָּבֹאוּ֮ אֶל־מַחֲנֵ֣ה יִשְׂרָאֵל֒ וַיָּקֻ֤מוּ יִשְׂרָאֵל֙ וַיַּכּ֣וּ אֶת־מֹואָ֔ב וַיָּנֻ֖סוּ מִפְּנֵיהֶ֑ם [וַיָּבֹו־ כ] (וַיַּכּוּ־בָ֔הּ ק) וְהַכֹּ֖ות אֶת־מֹואָֽב׃ |
Trans. | wayyāḇō’û ’el-maḥănēh yiśərā’ēl wayyāqumû yiśərā’ēl wayyakû ’eṯ-mwō’āḇ wayyānusû mipənêhem wayyāḇwō- wayyakû- ḇāh wəhakwōṯ ’eṯ-mwō’āḇ: |
Maar als zij aan het leger van Israël kwamen, maakten zich de Israëlieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in [het land], slaande ook de Moabieten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar als zij aan het leger van Israël kwamen, maakten zich de Israëlieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in [het land], slaande ook de Moabieten.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!